woensdag 28 november 2012

reisje naar Kisii, zuid west Kenia

zaterdag 24 november, felicitaties naar mijn jarige broer, en Skye naar balletles gebracht, een veertje op de vloer zwiert rond. Gezellig met z'n allen gegeten 's avonds als dank voor de gastvrijheid. Alleen kaas en pepernoten is niet voldoende. 
Zondag 25 november ga ik naar Kisii, om Christine Sagini te ontmoeten, met wie het Rotary Jeepline project in Bura Fafi en Mwororo was gepland; helaas kan het bezoek aan Mwororo om veiligheidsredenen niet doorgaan. Zij was vorig jaar gastspreker op de bijeenkomst van Rotary Doctors in oktober, vlak voor de eerste ontvoeringen op Lamu en in Garissa.  Zij studeerde toen in Kopenhagen, een master in Public Health, en is nu DMOH, districts medical officer Public Health, in het district Masaba South bij Kisii.  Eerst ga ik met de stadsbus, de Citi Hoppa naar het centrum, vanwaar de Transline Classic bus  naar Kisii vertrekt. In een lange rij moet ik een kaartje kopen voor 800 Ksh, € 8,- met gegarandeerde zitplaats, veiligheidsgordels en een fles water. De geschatte reistijd is 2 ½ uur naar Narok, een half uur stop en dan weer 2 ½ uur naar Kisii. Als ik in de bus zit, duurt het nog een half uur voor we wegrijden; behalve de passagiers gaat er van alles in de kofferruimtes onder de bus, maar niets er bovenop. Alleen Nairobi uitrijdend zijn er enkele korte stops voor nieuwe passagiers die gereserveerd hebben, daarna gaat de rit in één keer naar Narok. Als Nairobi achter je ligt kom je voor een lange afdaling met ruim 1500 meter hoogteverschil, langs de rand van de berg, met een enorm ver uitzicht op de Rift Valley, de grote slenk. De afdaling is steil, vrachtwagens rijden stapvoets omhoog, maar ook omlaag om te kunnen remmen op de motor. Passeren is lastig op de kronkelende 2 baans weg, dus dat vraagt even tijd. Zo groen als het boven op het plateau van Nairobi is, zo dor en droog en vooral heet is het beneden in de Rift Valley. Alle plaatsjes lijken hetzelfde, mensen langs de weg met allerlei te verkopen waar,mn landbouwproducten, daarachter de kleine huisjes.  Ze lijken hetzelfde omdat een deel van de huisjes knalrood is, gesponsord door Coca Cola of Airtel, andere zijn helder lichtgroen, gesponsord door Safaricom of M-pesa (het geldtransfersysteem via je mobieltje) , of geel door concurrent Yu-cash, net zoals de gele Rhino cement en Tusker bier  gebouwtjes. Een bont geheel, tussen de mensen lopen de ezeltjes die karton of afgekloven maïskolven eten, of koeien die op de vuilhoop nog wat eetbaars vinden. Als er in de dorpen iets groen is (behalve die huisjes) zijn het cactussen die als haag of een soort kraal zijn aangeplant.
Op de heenreis zit er een alleen reizend jongetje van 7 jaar naast me die op het eindpunt, waar ik ook naar toe moet, wordt opgepikt door zijn tante; voor nood wissel ik telefoonnummers uit. Hij wijst enthousiast naar de koeien en schapen langs de weg, want die hebben ze thuis ook; met een mengseltje van Engels en Kiswahili onderhouden we onze conversatie. In Narok ben je de Rift Valley voor ¾ door, en kun je even de benen strekken, in de rij voor het toilet, en iets eten, een stuk geroosterde geit, kleffe frieten, of samosa’s, een driehoekig deegenvelopje met vlees en groenten, gekruid; je kan dan niet proeven wat voor vlees erin zit, hond of ezel….  Droge koekjes en frisdrank met een verzegelde dop zijn het veiligst. Als de bijrijder enkele keren lang en hard toetert, komt de chauffeur weer opdagen. Bij Narok is de uitvalsweg naar de noordelijke Massaai Mara, de bus gaat straks verder naar het westen. Dan begint de klim omhoog , steeds meer slingers in de weg, het wordt steeds groener. Op vochtiger plekken zie je kraanvogels, met het licht door hun verenkroon; die zijn zo verstandig hier te overwinteren; ze zijn hun eigen Ndege, wat zowel vogel als vliegtuig kan betekenen. De huisjes langs de weg zijn in het groen gevangen met veel bougainville. Boven elk dorp en elke stad vliegen wouwen, een roofvogel, die net zoals onze buizerd zowel zelf prooien vangt, als rommel opruimt. En als je die lelijke maraboes ziet, is er een slachtplaats in de buurt.
Zo’n 50 km voor Kisii, vanaf de weg naar Kericho, kom je in het thee gebied,veel hellingen met theestruiken, waar mensen met korven de bovenste 3 blaadjes met de hand plukken; het wordt met vrachtwagens verzameld door de plaatselijke fabrieken. Tussendoor maïs en de onvermijdelijke kaarsrechte lange eucalyptusbomen, voor de balken waarmee de huizen worden gebouwd. Elk stukje land is bijna bebouwd vanaf hier. Tegen half vijf wordt ik opgewacht door Christine en de chauffeur, en ze laat ons haar familiehuis zien.
Ze is hier geboren, haar grootvader is eind vijftiger jaren gepromoveerd in de VS, zeer uitzonderlijk in die tijd. Hij was daarna lang minister, van het begin van de staat Kenia, naast Yomo Kenyattta. In het huis hangen foto’s van het allereerste kabinet van Kenia, met haar lange grootvader. Kenyatta en later Moi bezochten het huis diverse keren. Haar ouders hebben ook allebei gestudeerd en hadden goede functies. In Kisii land wordt de grond onder de zonen verdeeld, dus de stukken grond worden steeds kleiner. Het wordt als een doodzonde beschouwd als je je grond verkoopt. Net zoals de Massaai, Samburu of Somali, voor wie het een doodzonde is je vee te verkopen. Gevolg is wel dat met steeds wel 4 zonen, er over een paar generaties  nog slechts een zakdoek grond over is .. Het gebied ziet er redelijk welvarend uit, mede door de theeplantages.
Maandag ga ik een dag met haar team op stap. We bezoeken enkele dispensaries, sommige zeer compleet, andere hebben nog een weg te gaan. Ze is nieuw, maar heeft zich goed voorbereid en stelt niet alleen vragen, maar ook doelen, targets, waaraan ze over bv één of twee maanden moeten voldoen. Dat kan zijn schoonmaak, opruimen van medicijnen die over de datum zijn, of meer vaccinaties in outreach programma’s. Ook wordt een sub district hospital bezocht, dat maar één arts heeft, en waarvan de operatiekamer na opening in 1996 slechts enkele keren is gebruikt. Christine wil hier wel de Rotary Doctors hebben zoals in Garissa, maar dit ziekenhuis is daar wel erg klein voor. Maar wel een achterland  van meer dan 500.000 mensen. Het ziekenhuis 45 km verderop kan het niet aan, dat heeft bijna 2.000.000 mensen te verzorgen, dus lange wachttijden. Een spoed keizersnede is er vaak niet bij, met fatale gevolgen. Ik word uitgenodigd te blijven eten bij haar tante en oudtante, waar ze tijdelijk verblijft, en eet dus traditioneel. Eerst thee met veel suiker en melk, en een hardgekookt ei en geroosterde maïskolf erbij, dan ugali, gekookt maïsmeel, een stevige massa, waarmee je met je vingers, de groente van je bord eet. De kip was zeer biologisch, niets mis aan. In mijn lodge is het lawaaiig, de beat van de Afrikaanse muziek dreunt nog lang na en laat de raampjes  rammelen.
Dinsdag om 7.20 bij het busstation, zelfde procedure, zelfde rit, maar nu omgekeerd. ’s  Morgens is het eerst best fris, dan daal je naar de hete Rift Valley, en in Nairobi is het volop zonnig en warm. Terug in het huis van Sjoerd tegen half vier eerst een frisse douche en schone kleren. Daarna halen we Skye van de Franse school, waar ze de laatste 2 uur Nederlands krijgt van Marloes Werger, uit Almelo…  Mijn mail doorgenomen, wat ligt er veel na 3 dagen afwezigheid; in Nekemte loopt het weer stroef, import en werkvergunning problemen, en wat niet meer. Skypen lukt niet, slechte verbinding.
S’nachts en woensdagmorgen koele en enorme stortbuien, door het heuvelachtige landschap staan diverse wegen blank.  Verslagen en mails met Nekemte zijn vandaag mijn klus, en van Skye en Qui moet ik eea inpakken voor Opa Jan zijn verjaardag. Met een van de gasten om 6 uur nog een glaasje wijn voor de terugtocht begint.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten